zondag 8 mei 2011

De moraal van een gifaffaire


Een toneelstuk over de gifdump van Trafigura?

Vijf jaar lang heb ik me als journalist bezig gehouden met deze affaire; maar een theaterstuk had ik er niet in gezien. In de kern leek het me zo'n groot cliché dat geen dramaturg er zich aan zou willen wagen. Zeg nou zelf: een rijke multinational die zijn gif dumpt in Afrika om een paar ton te verdienen, dat is een scenario van een b-film waarvan het plot snel verveelt.

Theatermaker en regisseur Eric de Vroedt denkt daar dus anders over. Gisteren, vrijdag 6 mei, was ik bij 'Liefde in tijden van gifaffires' ook wel mightysociety 9 genoemd. De Vroedt bereidt zijn voedsel rauw. De actualiteit in zijn theater spartelt nog na terwijl het gegeten wordt. Zijn vorige mightysociety nr 8 ging over Geert Wilders.

Op het eind van de avond wilde ik onder woorden brengen wat ik er van vond. Dat lukte slecht. Een mooie, gelaagde voorstelling waarin schitterend met beelden wordt gespeeld, zeker. Helden komen er niet in voor. Boeven ook niet. Of misschien ook weer wel, dat is onduidelijk. Kennelijk bestaat moraliteit niet. De waarheid trouwens ook niet. Dat beviel me niet helemaal, maar de juiste woorden kon ik niet vinden.

Theaterrecensent is een vak. Want Hein Janssen formuleert het de dag erop in de Volkskrant treffend en precies: 'De Vroedt zoekt achter iedere waarheid een onwaarheid, achter elke stellingname een twijfel, en dat slaat dood'.

Zo erg was het niet. Ik heb genoten en ook vaak gelachen. Maar met Janssen ben ik van mening dat de waarheid wel bestaat - of althans zou moeten bestaan - en dat het geen schande is een moraal te verdedigen; desnoods een diffuse.

Na afloop was er een 'sideshow' van experts, waarvoor ik gelukkig niet was gevraagd. Marrieta Harjono (Greenpeace) en Arend van Campen (olie-expert en zelfverklaard filosoof) weerden zich uitstekend tegen het cynisme van Karel Knip, wetenschapsjournalist van NRC-Handelsblad. En dat van Jaffe Vink, de conservatieve opiniejournalist die gretig Knips kant heeft gekozen.

Knip hield zich bewust niet bezig met moraliteit, zei hij. Zijn verhalen gingen over één klein aspect van de zaak; te weten de theoretische kans op dodelijke slachtoffers op basis van de papieren beschrijving van drie monsters van dat gif. Hij discussieert het liefst over zuurgraad, ook al gaat de realiteit daar niet over. Hij beschouwt de affaire door een sleutelgat alsof dat een panoramavenster is.

Het publiek vond dat onzinnig en ik ook - al jaren. Jaffe Vink wierp De Vroedt zelfs verontwaardigd tegen dat hij 'geen stuk gemaakt had over de chemie'. Ha! Daar hoefde die niet serieus op te reageren. Maar eigenlijk doet de schrijver/regisseur/theatermaker toch wel hetzelfde als Knip. Door een stuk dat vanzelfsprekend gaat over moraal, veiligheidshalve te ontdoen van elke moraal.

Ja, dáár gaat het nou precies over, roept een slimme theatermaker dan.
Maar dat vind ik dus iets te, eh, slim..


Jeroen Trommelen